18 juli 2024
Vertel het in emoticons
Voorzetten en inkoppen
In grote lijnen staat het project vast, maar de exacte invulling is aan de school zelf. Kim en Esther werken daarvoor intensief samen. Kim: “Wat we gemeen hebben is ons enthousiasme. De ene keer geeft de één een voorzetje en kopt de ander hem in, en andersom. Het is elkaar verder brengen. We trekken alles uit de kast.” “Je geeft elkaar feedback op een komische wijze, dat kan ook met de kinderen erbij. We durven ook los te laten, doordat we het samen doen misschien nog wel meer. Soms ga je dan onderuit; het zij zo. Daar leer je van”, vult Esther aan.
Onder de noemer van App, noot, muis gebruikt ‘t Ruimteschip in groep 4 de taal van emoticons om iets op een andere manier te vertellen. Op de Nicolaasschool wordt in de middenbouw aan het eind van elk taalthema een presentatie gehouden, waarbij ook digitale hulpmiddelen worden ingezet. Bij de Bangert staat het uitbreiden van de woordenschat centraal door eigen digitale ‘uitleg’ woordenboeken te maken. Esther: “Leerlingen gebruiken hiervoor hun chromebook en werken in Google Classroom. Ze beschrijven niet alleen de betekenis van woorden, ze kunnen er ook plaatjes bij zoeken, een filmpje maken of een gesproken tekst invoegen.”
Goud waard
Regelmatig werken vier docenten van de bovenbouw op vrijdagmiddag aan het thema. Kim: “Dit zijn één van de mooiste momenten van de week. De een is lekker praktisch, de ander tikt het snel in, weer anderen maken de structuur of zijn creatief. Dit samenspel maakt de benadering van het thema heel sterk.” Dat het bij de leerlingen aanslaat, maakt de gedrevenheid alleen maar groter. Esther: “Hoe zij met het project bezig zijn, is goud waard. Als taal in de dagplanning op het bord staat en ze werken met het digitale woordenboek vanuit App, noot, muis, dan vinden ze dat geen taal. Dat is gewoon leuk.”
Het project biedt ruimte om elke leerling op zijn eigen niveau uit te dagen. Sommige leerlingen kunnen een verdiepingsslag maken door Engelse woorden toe te voegen, inclusief de betekenis in het Engels. Ook voor kinderen die meer ondersteuning nodig hebben, kun je opdrachten aanpassen. Kim: “Die differentiatie zouden we nog iets beter kunnen vormgeven.” Ouders worden ook bij het project betrokken. Filmpjes worden gedeeld via Parro (het oudercommunicatieportaal). Esther: “Ouders zeggen: ‘Wat gebeurt er veel, wat gaat het anders en wat gaat het hard’. Het is voor iedereen wennen. Maar ook hier zie je: als iets goed is, went het snel.”